Eens iets anders dan het Rijks- en Stedelijk museum?
Iedereen kent Amsterdam: een rondvaart door de grachten, de Dam, misschien zelfs de Wallen. Maar tijdens een bezoek aan Amsterdam moeten er natuurlijk ook wat cultureel verantwoorde activiteiten in zo’n trip zitten. Het Anne Frank Huis, het Rijksmuseum of het Stedelijk, Amsterdam kent weinig geheimen voor de doorsnee middelbare school docent. Of toch wel? De redactie van Letszgo bezocht eens wat andere musea…
We begonnen de dag in het Eye Filmmuseum, dat recht tegenover de achterkant van het Centraal Station ligt en gemakkelijk met een pondje te bereiken is. Het ligt bovendien direct naast de nieuwe uitkijktoren A’DAM, maar die past niet in dit verhaal. In EYE wordt eigenlijk alles verteld over de geschiedenis van zowel de film als van de filmapparatuur. Je kunt er onder andere zien hoe bepaalde filmeffecten worden gemaakt en hoe je af en toe door de filmwereld voor het lapje worden gehouden.
Jongeren groeien op in een beeldcultuur. Films kijken, maken en delen is vandaag de dag de normaalste zaak van de wereld.
Onze volgende stop is het Scheepvaartmuseum. Dit museum is opgedeeld in vier windrichtingen: binnenkomen doet u in ‘Zuid’, de overige windrichtingen bereikt u vanuit een overdekt binnenplein. Iedere windrichting ‘vertelt’ een verhaal over de scheepvaart. Logische routing is om te starten in ‘Oost’. Hier vinden de scholieren schilderijen, de scheepsornamenten, fotoalbums, jachtmodellen en de navigatie-instrumenten.
Er is ook een grote collectie atlassen en scheepskaarten. Wat ons bijzonder aanspreekt, is dat er niet alleen aandacht is voor de geschiedenis van de schepen en scheepvaart maar ook voor transport, en dan vooral vanuit het havenperspectief. Zo kunt u een indrukwekkende reis volgen van een product vanaf de fabriek tot aan het moment dat dit product wordt gebruikt. Hiertoe is een 360 graden film gemaakt zodat de scholieren de reis ‘echt’ kunnen beleven.
In Noord worden tijdelijke tentoonstellingen georganiseerd en kunt u naar buiten: naar de steiger, het VOC-schip, de koningssloep of het stoomschip Christiaan Brunings.


In vleugel West wordt het leven aan boord in beeld gebracht. Interessant om rond te lopen en voor brugklassers is het levensgrote bordspel erg leuk om te spelen. Verder ziet u in dit gedeelte het verhaal van de walvis: van monster tot beschermd zoogdier. Tot slot wordt hier momenteel het leven in de Gouden Eeuw verteld: bekende Nederlanders vertellen hier verhalen over het leven in deze tijd, zoals het meisje Amimba, dat al op jonge leeftijd als slaaf moest werken. Deze laatste tentoonstelling is echter tijdelijk.
Het hele museum is behoorlijk interactief. U kunt individueel gebruik maken van een audiotour. Op heel veel plaatsen kunt u door op een knop te drukken meer te weten komen over een bepaald onderwerp.
Het derde museum dat wij bezochten, is misschien wel het meest educatieve: NEMO, het wetenschapsmuseum, of zoals dat in goed Nederlands wordt genoemd: het Science Museum. Het museum, gelegen aan het Oosterdok op een steenworp afstand van het Scheepvaartmuseum, is verdeeld over vijf verdiepingen. Iedere verdieping heeft zijn eigen thema: Fenomena, ervaar hoe wetenschap werkt; Technium, ontrafel de techniek om je heen; Elementa, onderzoek de bouwstenen van de kosmos; Humania, ontdek wie je zelf bent; en, op het dakplein van het museum: Energetica, speel met energie.
Het hele museum is eigenlijk een ‘doe museum’. Door zelf experimenten te doen, leer je het meeste. Zoals de kettingreactie: een bewegende kantoorstoel, knallende ballonen en vallende dominostenen, de wereld van potentiële- en kinetische energie. De kettingreactie is een demonstratie over actie/reactie en oorzaak/gevolg die meerdere keren per dag wordt gegeven. Maar u kunt bijvoorbeeld ook ontdekken hoe de weerkaatsing van geluidsgolven zelfs het zachtste gemompel luid en duidelijk laat overkomen.
Wij weten dat Amsterdam veel te bieden heeft. Wij denken dat bovengenoemde musea gezamenlijk of als onderdeel een fantastische aanvulling op een bezoek aan Amsterdam kan zijn.
