Marsepein Stad
De deelstaat Sleeswijk-Holstein heeft een aantal interessante plaatsen als eerste de hoofdstad Kiel, Flensburg en bovenal Lübeck. De deelstaat grenst aan zowel de Noordzee als aan de Oostzee en aan de noordkant aan Denemarken.
De redactie was onderweg in Lübeck, een hele mooie stad. 500 kilometer van Utrecht vandaan, dus voor een lang weekend of een midweek goed te doen. Lübeck is geen hele grote stad, 235.000 inwoners, maar heeft een prachtige historische binnenstad.
De stad staat vooral bekend als marsepein stad en deze is dan ook in ruime mate voorhanden.


Omdat het altijd lastig is waar je moet beginnen, en het bovendien prachtig weer was, zijn we maar eens begonnen met een rondvaart. Bij deze rondvaart vaar je om het historische centrum en een stukje de ‘Trave’ op langs scheepswerven. Je krijgt dan van de schipper een hoop informatie en kunt vervolgens bekijken wat je nog wilt gaan zien!
Tijdens de rondvaart zagen we langs de kade’s met prachtige gevels en in veel verschillende kleuren ook historische schepen liggen.
Lübeck kent veel kerken en zelfs een heuse dom. Deze dom is gebouwd als protestantse kerk. De bouw starte in 1173 en duurde tot 1247. In 1266 besloot men al de kerk te vergroten. In 1942 is een groot deel door bombardementen verwoest. Vervolgens duurde het tot 1960 voordat met de wederopbouw werd begonnen. Deze duurde tot 1972, het laatste deel werd zelfs pas in 1982 opgeleverd.
Ook andere kerken zijn bij het bombardement verwoest maar allemaal weer opgebouwd. De bevolking heeft hier ook zelf geld voor ingezameld zodat de skyline van de stad, met 7 kerktorens, weer in oude glorie kon worden hersteld. De toren van de St. Petrikirche kan beklommen worden, hetgeen een prachtig uitzicht over de stad geeft. Helaas was dit, toen wij daar waren, in verband met Corona maatregelen niet mogelijk.
Zoals wij hiervoor al schreven krijg je tijdens een rondvaart interessante weetjes te horen. In de stad zijn meer dan 50 ‘Gänge’ oftwel hofjes. Anders dan bij ons zijn deze hofjes vrij toegankelijk: als de deur openstaat kun je naar
binnen.
In eerste instantie valt het op dat in de gevels regelmatig ‘deuren’ zitten die openstaan. In het voorbijrijden (of varen) kun je niet snel zien wat daar achter zit, wel wordt duidelijk dat het niet de entree van een woonhuis is.
Dit zijn dus de hofjes. Volgens onze schipper was er een aantal eeuwen geleden een chronisch gebrek aan bouwgrond bij het water. Dit loste men op door achter het ‘grachtenhuis’ nog een aantal huizen te bouwen. Deze woningen beschikken
dus niet over een tuin, als je buiten wilt zitten doe je dat voor de deur in het steegje.
Omdat de woningen niet over een tuin beschikken is het wettelijk toegestaan de was op openbaren lijnen langs het water op te hangen en zo te laten drogen.



